Variaties in kleur en zuiverheid
Vanwege de lage hardheid wordt puur goud niet gebruikt bij het maken van sieraden. Legeringen met verschillende andere metalen maken de ring niet alleen stabieler, maar ze dragen ook bij aan de verscheidenheid aan kleurvariaties in de collecties. Een hoog aandeel fijn goud resulteert bijvoorbeeld in een intens gele kleur. Hoe lager dit aandeel, hoe helderder de kleurtint. De toevoeging van koper versterkt juist het geel, waardoor bij een zeer hoge concentratie uiteindelijk roodgoud wordt gecreërd. Het zilverachtige, glinsterende witgoud daarentegen komt tot stand door legeringen met palladium en zilver.
De zuiverheid verwijst naar de verhouding van puur goud in de legering. Het zogenaamde fijngoud van 24 karaat heeft een aandeel van 99,99 procent goud en is daarom het zuiverste goud. Dit materiaal is echter beperkt geschikt voor het produceren van sieraden omdat het hiervoor te zacht is. Daarom wordt het bij ringen en andere sieraden slechts als decoratief accent gebruikt. De ringproductie begint bij een zuiverheid van 91,6 procent, het 22 karaat goud (ook aangeduid met 916). Een 18-karaats ring heeft 75 procent goud en wordt ook wel aangeduid met 750. De volgende zuiverheidscategorie is 585, wat overeenkomt met 14 karaat. Daarnaast zijn er goedkope 9-karaats en 8-karaats gouden trouwringen met een zuiverheid van respectievelijk 375 en 333. Volgens de Nederlandse regels mag een ring pas vanaf 14 karaat goud worden genoemd.